× ABONNEREN

Reparatie en revisie 9. Perifeer trigeminaal zenuwletsel

Een overzicht wordt gegeven van langetermijnincidenties van sensibiliteitsstoornissen in het verzorgingsgebied van de n.trigeminus bij verschillende vormen van trauma en/of behandeling. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de diagnostiek, het klinisch beloop en mogelijke vormen van therapie. Bij de diagnostiek draagt een combinatie van factoren ertoe bij dat de uitkomst van een sensibiliteitstest niet altijd eenduidig is gerelateerd met de mate van zenuwletsel. Testmethoden verschillen in het type van afferente zenuwvezels dat wordt onderzocht. Verder kan er sprake zijn van een zekere specificiteit in het zenuwletsel, dat wil zeggen dat voornamelijk hetzij dikke of dunne vezels zijn aangedaan. Voor een eerste oriëntatie naar trigeminaal zenuwletsel is een ‘sneltest’ geschikt waarbij op een ja/nee-wijze twee sensorische modaliteiten worden onderzocht die samenhangen met de functie van respectievelijk dikke en dunne afferente zenuwvezels. Een ‘watje’ en een ‘naald’ kunnen worden gebruikt om respectievelijk gevoelswaarneming en pijnwaarneming te onderzoeken. Nadelen van zo’n sneltest zijn onder meer de weinig gestandaardiseerde wijze van stimulatie en de mogelijkheid dat de patiënt ten onrechte positief reageert. Een verbeterde versie omvat het gebruik van één Semmes-Weinstein-monofilament (tastzin) en een metalen staafje (temperatuurszin) en een ‘forced choice-procedure’, waarbij de patiënt onderscheid maakt tussen een test- en een nepstimulus.

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje