× ABONNEREN

Kwaliteit van CBCT-opnamen van apexvullingen

Radiologie

Door op 09-06-2017

Het resultaat van een wortelkanaalbehandeling wordt meestal na enige tijd geëvalueerd met behulp van een röntgenopname. In die gevallen waarin een conventionele intraorale röntgenopname niet de gewenste informatie geeft, kan een conebeamcomputertomografische (CBCT) opname worden toegepast. In dit onderzoek werd nagegaan wat het effect is van de keuze van de opname-instelling op de kwaliteit van de afbeelding van 4 verschillende vulmaterialen die gebruikt kunnen worden bij een apexresectie.

Er werden 20 geëxtraheerde centrale incisieven endodontisch behandeld met rotary files tot dikte 40. In het vlak gemaakte worteleinde werd met een dunne fissuurboor een holte van 3 mm diep geboord. De gebitselementen werden willekeurige verdeeld in 4 groepen en door dezelfde behandelaar gevuld met 4 verschillende vulmaterialen: amalgaam (Tytin™), MTA-Angelus™ , SuperEBA™ cement en Biodentine™.

Voor de CBCT-opnamen werden de gebitselementen telkens in een lege socket van een centrale incisief van een schedel geplaatst. De weke delen werden gesimuleerd met 4 mm was op de processus en door het geheel daarna in een met water gevulde container te zetten. De CBCT-opnamen werden gemaakt met een Planmeca Promax 3D met een buisspanning van 66, 76, 84 en 96 kVp bij hoge en lage resolutie, met hoge definitie en met en zonder MAR (Metal Artefact Reduction). Als voxel-afmeting werd 100, 150, 200 en 400 µm gekozen. Belichtingstijd (4, 12 en 15 seconden) en buisstroom (6-10 mA) werden door de CBCT-machine automatisch ingesteld afhankelijk van de andere gekozen parameters. Voor elke opname werd slechts 1 variabele gewijzigd, resulterend in 320 CBCT-opnamen. Voor elke instelling werd de effectieve dosis berekend uitgedrukt in millisievert. Uit elke CBCT-reconstructie werd een doorsnede op dezelfde hoogte gekozen, waarin op 2 plaatsen de ‘contrast-to-noise’-verhouding (CNR) werd bepaald: direct naast de wortelkanaalvulling en als referentiewaarde in een gebied zover mogelijk verwijderd van de afbeelding van de kaak.

De 4 verschillende materialen vertoonden geen sigificante verschillen. Beelden verkregen bij 84 en 96 kVp bij lage resolutie en met MAR gaven een betere CNR dan die bij 66 en 76 kVp met hoge definitie, normale of hoge resolutie en zonder MAR. Lage resolutie vergde de laagste effectieve dosis.

De beste instelling voor de weergave van een retrograde apexvulling bleek 96 kVp te zijn bij lage resolutie en toepassing van MAR, waarbij een van de laagste effectieve dosiswaarden werd verkregen.

Bron

  • Demirturk Kocasarac H, Helvacioglu Yigit D, Bechara B, Sinanoglu A, Noujeim M. Contrast-to-noise ratio with different settings in a CBCT machine in presence of different root-end filling materials: an in vitro study. Dentomaxillofac Radiol 2016; 45: 20160012.

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje