Cariëservaring bij kinderen met hypomineralisatie
Cariologie
Hypomineralisatie van molaren en incisieven (MIH) wordt gedefinieerd als een kwalitatief glazuurdefect dat betrekking heeft op 1 tot 4 eerste blijvende molaren, waarbij ook regelmatig blijvende incisieven kunnen zijn betrokken. MIH wordt veroorzaakt door een vroege storing in de maturatiefase van de amelogenese, maar onduidelijk is wat daarvan de reden is. Diverse mogelijke oorzaken worden in de literatuur genoemd, zoals longaandoeningen, antibioticagebruik, mazelen, hoge koorts, oorinfecties. In dit onderzoek werd de cariëservaring van kinderen met MIH vergeleken met kinderen zonder MIH.
Een groep van 30 kinderen tussen de 7 en 13 jaar oud met MIH werd vergeleken met een controlegroep van 130 kinderen van gelijke leeftijd, geslacht en schooltype. Zowel de aanwezigheid van cariës als MIH werd met behulp van bestaande criteria door 3 onderzoekers beoordeeld. De gemiddelde leeftijd van de kinderen was 9,6 jaar. Er werd geen verschil gevonden tussen beide groepen in de mate van cariës in het melkgebit. In het blijvend gebit was de DMFT-score van 0,45 voor de onderzoeksgroep en 0,07 voor de controlegroep, een significant verschil. Er bleek geen verschil in aantal glazuurlaesies. De ernst van de MIH bleek positief gecorreleerd met het aantal dentinelaesies.
Conclusie. Kinderen met MIH hadden meer dentinelaesies in het blijvend gebit. Daarmee kan MIH als risicofactor worden bestempeld.
Bron
- De Aguiar Grossi J, Nunes Cabral R, Coelho Leal S. Caries experience in children with and without molar-incisor hypomineralisation: a case-control study. Caries Res 2017; 51: 419- 424.
Hartelijk dank voor uw reactie. Uw reactie zal in behandeling genomen worden en na controle worden geplaatst.

-
januari 2019; jaargang 126 : 53Wortelcariës van prevalentie tot therapie
-
juli 2018; jaargang 125 : 417Kunst en wetenschap van ART
-
juni 2018;Drinkwaterfluoridering in de Verenigde Staten nog altijd effectief
-
juni 2018;Microflora van speeksel in rust anders dan na stimulatie
-
juni 2018;Afscheidcollege prof. dr. Cor van Loveren