Reumatoïde artritis-patiënten preventief verwijzen naar tandarts
Promotie J.M. Kroese
Verwijs nieuw gediagnosticeerde patiënten met reumatoïde artritis (RA) naar een tandarts. Dat concludeert Anna Kroese in haar proefschrift, waarin ze haar onderzoek beschrijft naar temporomandibulaire disfunctie (TMD), mondgezondheid en het oraal microbioom in de periode rond het ontstaan van RA. Wanneer de voorstadia van orofaciale complicaties bij RA-risicopatiënten en vroege-RA patiënten tijdig worden herkend, is preventie hiervan mogelijk.
De associatie tussen RA en orofaciale aandoeningen was al langer bekend. Zo is de prevalentie van TMD, parodontitis, plaque en cariës verhoogd bij RA-patiënten. Of dit ook het geval is bij nieuw gediagnosticeerde RA-patiënten (vroege RA) en personen met een verhoogd risico op RA (RA-risicogroep) was nog niet bekend.
Kroese onderzocht de prevalentie van TMD in deze groepen. In de RA-risicogroep kwamen meer TMD-pijndiagnoses voor dan in de controlegroep. In zowel vroege RA-patiënten als de RA-risicopatiënten was er geen verschil in paradontale variabelen vergeleken met gezonde controlepersonen. Bij deze 2 groepen kwamen echter vaker dan bij de controlegroep bacteriën van de genera Prevotella en Veillonella voor in speeksel en tongcoating, maar niet in plaque.
Kroese laat zien dat al in een vroeg stadium van RA kaakgewrichtspijn en crepitatie voorkomen. Bij progressie van RA treden ook pijngerelateerde disfunctie en structurele veranderingen in het kaakgewricht op. Ze stelt dat vroege herkenning en behandeling van TMD daarom essentieel zijn. Hiertoe onderzocht Kroese het effect van injecties met corticosteroïden. Dit resulteerde in een gemiddelde toename van de maximale mondopening en een afname van de pijnintensiteit in het kaakgewricht gedurende ongeveer 3 weken.
Ten slotte werd de mondgezondheidgerelateerde kwaliteit van leven (OHRQoL) geëvalueerd in dezelfde 3 groepen. Vergeleken met gezonde controles, scoorde de RA-risicogroep hoger op de xerostomie vragenlijst. Er waren geen andere associaties met OHRQoL in deze groep. Tevens werd in de RA-risicogroep een lagere OHRQoL vastgesteld dan bij vroege RA-patiënten. Er was echter geen verschil tussen deze 2 groepen en de controlegroep. Anders dan bij de RA-risicogroep, was voor vroege RA-patiënten de OHRQoL geassocieerd met parodontale ontsteking en TMD-pijn.
Geconcludeerd kan worden dat de preventie van orofaciale complicaties bij RA-risicopatiënten en vroege RA-patiënten mogelijk is, mits de voorstadia hiervan tijdig worden herkend en behandeld. Professionele zorgverleners moeten waakzaam zijn op orofaciale complicaties zoals TMD-pijn bij de RA-risicogroep en vroege RA-patiënten. Kroese raadt aan om binnen de reumazorg te screenen op TMD en xerostomie.
Op 17 februari 2022 promoveerde Anna Kroese aan de Universiteit van Amsterdam op haar proefschrift ‘The orofacial system in early rheumatoid arthritis and individuals at risk’. Promotoren waren prof. dr. F. Lobbezoo en prof. dr. D. van Schaardenburg. Copromotoren waren dr.C.M.C. Volgenant en prof. dr. B.G. Loos.
(Beeld: Shutterstock)