Mondgezondheid en algemene gezondheid zijn niet los van elkaar te zien. In de eerstelijnszorg kennen huisartsgeneeskunde, jeugdgezondheidszorg, ouderengeneeskunde en mondzorg tot nu toe elk specifieke afgebakende werkterreinen. De zorgverleners worden in toenemende mate geconfronteerd met de complexiteit en groei van welvaarts- en ouderdomsziekten. De etiologie van welvaartsziekten in de eerstelijnszorg betreft het werkterrein van deze zorgverleners waardoor preventie van leefstijlgerelateerde risico’s door samenwerking effectiever kan plaatsvinden. In de eerstelijnszorg neemt het aantal medisch gecompromitteerde personen toe en komen zorgverleners elkaars niet-zichtbare risicogroepen tegen. Samenwerking kan aan deze problemen beter het hoofd bieden. Een betere integratie van de mondzorg in de eerstelijnszorg kan ook bijdragen aan de kwaliteit en de veiligheid voor zorggebruikers en verdere ongelijkheid beperken. Om deze integratie met behulp van innovaties beter vorm te geven, bestaat behoefte aan meer praktijk- en implementatiegericht onderzoek.
Oral and general health are inextricable. In primary care, the fields of care by general practioners, youth healthcare, healthcare for older people and oral care are all distinctly separated. Healthcare professionals are increasingly confronted with the complexity and increase in Noncommunicable diseases (NCD's) and an aging population. The aetiology of NCD's in primary care concern the professional fields of all healthcare professionals mentioned, meaning that lifestyle-related risks might be prevented more effectively through collaboration. In primary care, the number of medically compromised people is on the rise and healthcare professionals encounter each other’s patients, whose risks remain invisible to them. Through collaboration such problems could be faced more effectively. Better integration of oral care into primary care can also contribute to the quality of care and safety of care receivers, and reduce further inequality. In order to better design this integration with the help of innovation, more practicebased research and implementation is needed.
Auteur(s) |
T.G. Mettes
C. de Baat J.S. Burgers S. Listl J.J.M. Bruers |
---|---|
Rubriek | Visie |
Publicatiedatum | 4 juni 2021 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 128 - editie 6 - juni 2021; 331-338 |
DOI | https://doi.org/10.5177/ntvt.2021.06.21036 |
Een zeer relevant onderwerp. Wij hebben integratie m.b.t. de jeugdzorg al bepleit in het NTvG:
Ook hebben wij in 2013 n.a.v. het uitkomen van de eerste richtlijn Mondzorg Jeugd de kwestie gesteund door veel tandartsen (waaronder auteurs van dit artikel) artsen en anderen in het NT aan de orde gesteld [ Burgersdijk RCW, Gruythuysen RJM, van Loveren C. Richtlijn Jeugd, hoe nu verder? Ned Tandartsenbl. 2013;68(7):22-5]. Wij schreven daarin o.a.: '.......De mondzorg voor de jeugd vertoont echter tekortkomingen die moeilijk zijn op te lossen in het huidige systeem van zorgverlening, die plaatsvindt in los van de jeugd(gezondheids)zorg opererende praktijken. Bijvoorbeeld, de praktijken met aandacht voor goede mondzorg bij kinderen zijn niet bereikbaar voor hen of er wordt van huis uit te weinig ondernomen om van de geboden mondzorg gebruik te maken. Om dit te stimuleren is samenwerking met andere instanties in de jeugd(gezondheids)zorg (GGD/ Centra voor Jeugd en Gezin) onmisbaar.'
De KNMT reageerde hier positief, maar maakte haar belofte om ermee aan de slag te gaan toen niet waar. Hopelijk leidt het besef m.b.t. urgentie van de integratie spoedig tot het nemen van concrete stappen.
René Gruythuysen