Een relatie tussen astma en het ontstaan van carieuze laesies is niet aangetoond. Longitudinale cohortonderzoeken zijn hiervoor nodig. Astma zou een risicofactor kunnen zijn voor het ontstaan van gehypermineraliseerde molaren-incisieven (MIH) in de eerste levensjaren. Of dat ook geldt voor kinderen en adolescenten is niet bekend. Het doel van het onderhavige onderzoek was na te gaan wat de relatie is tussen astma, cariës en MIH.
In totaal waren er 730 deelnemers aan het geboortecohortonderzoek dat in Duitsland werd uitgevoerd. Zij werden op 10- en 15-jarige leeftijd onderzocht naar de aanwezigheid van glazuur- en dentinelaesies, restauraties en geëxtraheerde gebitselementen. De criteria van de European Academy of Paediatric Dentistry werden gebruikt om MIH te diagnosticeren. Of een persoon astmatisch was werd verkregen uit een vragenlijst die de ouders invulden. Daarin werd ook gevraagd of de astmatische personen 12 maanden voor hun tiende en hun vijftiende jaar medicatie gebruikten. Dit leverde 2 onderzoeksgroepen op: medicatiegebruikers en een groep die geen medicatie gebruikte.
Op 10-jarige leeftijd werd bij 52 en op 15-jarige leeftijd bij 78 deelnemers de diagnose astma gesteld. Er werd geen significant verschil in cariësprevalentie en ernst van cariës vastgesteld tussen astmatische en niet-astmatische deelnemers. Hetzelfde gold voor MIH. Wel was er een klein significant verschil (p = 0,043) bij 15-jarigen tussen medicatie- en niet-medicatiegebruikers en het aantal MIH. Medicatiegebruikers hadden meer MIH.
Conclusie. Astma heeft geen effect op het ontstaan van carieuze laesies en van MIH. Verder onderzoek moet worden gedaan naar het effect van medicatie bij astmatische personen op het ontstaan van MIH.
Meer lezen? Log in of word abonnee
Auteur(s) | J.E.F.M. Frencken |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 9 april 2021 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 128 - editie 4 - april 2021; 229 |