× ABONNEREN

Tandheelkunde is geen vioolbouw

Door op 06-06-2023
  • Raakvlakken
  • Meer dan handvaardigheid

In mijn vrije tijd bouw ik mee aan een altviool. Dat zit zo. Mijn vrouw had al jaren de wens om iets ambachtelijks te doen als ‘ontspanning’ naast haar werk als manager. Ze houdt van knutselen, speelt cello en besloot voor mij een altviool te gaan maken, al jaren mijn lievelingsinstrument. Maar toen na een paar jaar de altviool nog steeds niet klaar was, vroeg ze mij om als zij-instromer mee te werken. Zij maakte het corpus en ik de krul. Als tandarts zou ik het wel veel beter en sneller kunnen, zo verwachtte ze. Op de Nederlandse Vioolbouwschool zijn inderdaad nogal wat tandartsen te vinden. Maar het bouwen van een viool is toch iets heel anders dan tandheelkunde en het valt beslist niet mee. Tot verbazing van mijn vrouw en de andere vioolbouwcursisten bevond ik mij echt op onbekend terrein. Ik zaagde bijvoorbeeld per ongeluk een beetje in de hals bij het maken van de krul. Dat betekende dat ik weer een paar uur bezig was met herstellen van de schade van het slechts 1,5 millimeter diepe sneetje. Om een idee te geven: de schade moest hersteld worden met een exact bij de houtnerf passend stukje hout. De precisie bij vioolbouwen is van enorm belang en het gaat voortdurend om tienden van millimeters. Ook vraagt het oneindig veel geduld. Je bent al gauw een halve dag aan het werk om een plank met een nauwkeurigheid van 0,1 millimeter tot de juiste dikte te schaven zonder dat het oppervlak ‘scheluw’ wordt. En het is veelzijdig werk met instrumentarium en lijmsoorten die sinds de zeventiende eeuw nauwelijks veranderd zijn, net als de vioolontwerpen zelf. Je moet voortdurend geconcentreerd blijven. Je werkt met diverse zagen, grote zware schaven en ook heel kleine schaafjes van nog geen 2 centimeter lengte. De messen, gutsen en beitels moeten regelmatig worden geslepen en doen dan in scherpte niet onder voor een scalpel. Natuurlijk sneed ik een paar keer in mijn vinger. En toen ik per ongeluk langs de beitel veegde met mijn hand waren tot mijn verbazing 3 pleisters nog niet genoeg. Dan hebben wij tandartsen het toch een stuk gemakkelijker met onze airrotors waarmee we slechts hoeven te penselen om materiaal weg te nemen.

Raakvlakken

De vioolbouwer en de tandarts hebben in hun beroep uiteraard wel raakvlakken: hun werkstuk. De vioolbouwer werkt met hout, soms soepel en buigzaam, dan weer eigenwijs en weerbarstig vanwege de noesten of onhandige nerven. De tandarts bewerkt gebitselementen met harde en zachte delen en gevoelige zenuwen.

Maar waar hout niet terugpraat, hebben patiënten ieder hun eigen verhaal. In de tandheelkunde is de communicatie tussen behandelaar en patiënt van doorslaggevend belang voor een succesvol resultaat. Daarom stel je eerst een diagnose en maak je een zorgplan: hoe is de gezondheidstoestand, wat is de oorzaak van problemen met het kauwstelsel, zoals slijtage of cariës of een ontbrekend gebitselement? Hoe komt het dat de patiënt regelmatig een afspraak afzegt? Hoe is de mondverzorging? Hoe is de financiële situatie? En hoe verhoud je je als tandarts tot deze vragen? Ga je in overleg met collega’s, verwijs je voor sommige behandelingen door? Ten slotte bespreek je met de patiënt welk plan het beste past bij diens situatie.

Meer dan handvaardigheid

Alles bij elkaar is het beroep van tandarts een uitdaging die veel verder gaat dan alleen het handwerk. Een veelgehoorde opmerking is dat de afgestudeerde tandarts tegenwoordig zo weinig ‘kan’, waarbij gedoeld wordt op het gebrek aan ruimte in de opleiding voor het beheersen van handvaardige technieken. Maar dan wordt voorbijgegaan aan het belang van alles wat er komt kijken bij het uitoefenen van de tandheelkunde in de volle breedte. In de tandheelkunde is er de voortdurende dynamiek van handwerk, medische kennis en de omgang met mensen. Zouden daarom zoveel kinderen van tandartsen het beroep van hun ouders kiezen?

In deze aflevering van het NTVT is die breedte van het vak ook weer terug te vinden, zoals bij het zoeken naar de oorzaak van extreme gebitsslijtage en de diagnostiek bij ontbrekende tanden. Zelfs het verschijnsel dat de tandheelkunde binnen families soms heel populair is komt aan de orde.

En wat de altviool betreft: die is klaar en klinkt prachtig. We bouwen nu een cello, mijn vrouw de krul en ik het corpus.

Meer lezen? Log in of word abonnee

Informatie

Auteur(s) A. van Luijk
Rubriek Redactioneel
Publicatiedatum 6 juni 2023
Editie Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 130 - editie 6 - juni 2023; 263

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje