Klinisch onderzoek naar off-label gebruik ontstekingsremmer voor Sjögren
De National Institutes of Health (NIH) hebben een subsidie van 200.000 euro toegekend aan de opzet van fase 1 en fase 2 onderzoeken naar het gebruik van het ontstekingsremmend medicijn AZD9056 bij patiënten met het syndroom van Sjögren. In dit project werken Derk Jan Jager en collega’s van het Amsterdam UMC samen met het UMCG, ACTA en de universiteiten van Missouri en Florida in de Verenigde Staten.
“We willen met behulp van sialendoscopie dit medicijn inbrengen in de speekselklier,” zegt Jager. “Uit onderzoek bij muizen bleek dat dit medicijn het ontstekingsproces bij het syndroom van Sjögren kan remmen als het direct wordt ingebracht in de speekselklier. Daarnaast hebben we ook laten zien dat we de speekselsecretie bij patiënten met het syndroom van Sjögren kunnen verhogen door de klieren te spoelen met een endoscoop. Helaas was dit effect maar tijdelijk (1 jaar). We denken dat de combinatie met dit medicijn een langduriger effect teweeg kan brengen.”
Het medicijn AZD9056 blokkeert de P2X7-receptoren. Deze receptoren zijn bij het syndroom van Sjögren bovengemiddeld vaak aanwezig op de cellen van de speekselklieren en veroorzaken een ontstekingsreactie. Het medicijn is eerder getest bij patiënten met colitis ulcerosa en reuma. Hier was het echter niet voldoende effectief. Jager: “Uit deze eerdere onderzoeken bleek wel dat het middel veilig was als het systemisch werd toegediend. Je kunt een heel hoge dosis toedienen, veel hoger dan we op basis van onze dierproeven denken dat noodzakelijk is bij patiënten met het syndroom van Sjögren. Er zijn ook geen ernstige bijwerkingen bekend. Daarnaast zullen we alleen lokaal in de speekselklieren een hoge dosis bereiken.”
Het komende jaar zullen Jager en collega’s toewerken naar een optimale opzet voor hun klinische onderzoek. Hierbij vergelijken ze de toediening van orale medicatie met orale toediening gecombineerd met sialendoscopie-gemedieerde toediening. In plaats van controlegroepen wordt in dit onderzoek overwogen om historische data te gebruiken van patiënten bij wie enkel een sialendoscopie is uitgevoerd, of een groep patiënten die door de tijd is gevolgd zonder interventies. “Dit zie je vaker bij zeldzame ziektes,” legt Jager uit. “Anders worden de benodigde patiëntenaantallen voor het onderzoek niet gehaald. Daarom combineren we nu ook een veiligheidsonderzoek (fase 1) en effectiviteitsonderzoek (fase 2).”
(Beeld: E.H. van der Meij & J.G.A.M. de Visscher)